Herlevend Anabaptisme in Nederland

"Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil." 1 Korinthe 11:10

De hoofdbedekking van vrouwen

De grondslag voor de Christelijke hoofdbedekking komt uit de eerste brief die Paulus schreef aan de Christenen te Korinthe. Laten we, voordat we de argumenten over de invulling van het gebod doornemen, eerst uit de bijbel lezen:

I Kor. 11:3-16

Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus. Een iegelijk man, die bidt of profeteert, hebbende iets op het hoofd, die onteert zijn eigen hoofd; Maar een iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof haar het haar afgesneden ware. Want indien een vrouw niet gedekt is, dat zij ook geschoren worde; maar indien het lelijk is voor een vrouw geschoren te zijn, of het haar afgesneden te hebben, dat zij zich dekke. Want de man moet het hoofd niet dekken, overmits hij het beeld en de heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is de heerlijkheid des mans. Want de man is uit de vrouw niet, maar de vrouw is uit den man. Want ook is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om den man. Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil. Nochtans is noch de man zonder de vrouw, noch de vrouw zonder den man, in den Heere. Want gelijkerwijs de vrouw uit den man is, alzo is ook de man door de vrouw; doch alle dingen zijn uit God. Oordeelt gij onder uzelven: is het betamelijk, dat de vrouw ongedekt God bidde? Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is? Maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar voor een deksel haar is gegeven? Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods.

Samengevat

Weerleggingen

In de meeste kerken wordt tegenwoordig geleerd dat de vrouw haar hoofd niet hoeft te bedekken. Laten we één voor één de veel gehoorde argumenten doornemen:

“Het haar is de hoofdbedekking van de vrouw”

In vers 5 staat dat een vrouw die bidt of profeteert met ongedekte hoofd, zich net zo goed kan kaalscheren. In de eerste plaats moet ik opmerken dat in de oorspronkelijke Griekse tekst, dit woord (κατακαλύπτεται) voor het bedekken van het hoofd niet kan slaan op het haar; het gaat om iets dat op en af kan worden gedaan. Maar zelfs in de Nederlandse vertaling is het onlogisch; vervangt men in vers 5 ‘met ongedekte hoofde’ met ‘kaal’, dan staat er dat kale vrouwen niet mogen bidden, en net zo goed kaal hadden kunnen zijn. Vers 2 zou dan ook betekenen dat mannen het hoofd kaal moeten scheren.

We mogen ons gelukkig prijzen dat God ons Zijn Woord heeft gegeven in heldere taal, zodat we niet hoeven te gissen wat woorden betekenen, en welke we misschien moeten vervangen om écht de wil van God te begrijpen. We kunnen gewoon doen wat Hij van ons vraagt, en dan zal Hij ons aannemen.

“Het is een cultuurgebonden gebod”

De hoofdbedekking van vrouwen is niet het enige gebod uit het Nieuwe Testament welke door veel hedendaagse Christenen wordt afgedaan als “cultuurgebonden” of “verouderd”. Zie de anabaptistische belijdenis. Ieder gebod dat enigszins tegen onze natuurlijke aard ingaat, zal vroeg of laat in een kerk worden aangemerkt als ’niet meer van toepassing’. Dat zit gewoon in onze zondige aard. Wij willen niet lief zijn tegen hen die ons versmaden, of een waarheid vertellen die ongemakkelijk is. Het is de heilige Geest die in ons leeft, waardoor wij kunnen gehoorzamen aan de tijdloze, onveranderlijke wil van God.

Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering. James 1:17

Bedenk goed hoe gevaarlijk het zou zijn, als het Woord van God echt onderhavig was aan de cultuur van mensen. Vinden mensen het tegenwoordig ongewoon om een leugentje om bestwil te vertellen? Onderhand zou ieder gebed maar 255 karakters mogen bevatten, en eindigen met hashtags in plaats van Amen. Wat vindt God ervan? Moeten Christenen zoveel opgaan in de cultuur om ons heen dat we zelfs delen van de Bijbel moeten nalaten te volgen?

Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. II Korinthen 6:17

Oei! Juist niet dus. Als Christenen laten wij onze eigen cultuur leiden door de Heere, en niet andersom. Immers, van onszelf zouden we alles wat we bedenken te doen goed vinden.

Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten. Spreuken 21:2

Moeten we trouwens geloven dat de Engelen die in vers 10 werden genoemd ook tegenwoordig een andere cultuur hebben?

“Het is maar een brief van Paulus”

Voor mij is het altijd het meest schokkend om te horen als men ronduit delen van de bijbel niet zo serieus neemt. Door zelf te kiezen welke delen van de bijbel wel of niet aanspreken, hebben we het recht in eigen hand genomen. Willen wij ons kinderen van God noemen, dan gehoorzamen we ook als een kind, en doen we nederig de wil van God.

II Timothëus 3:16 - 4:3

Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust. Ik betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, Die de levenden en doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden;

Van de eerste christelijke gemeente wordt gezegd in Hand. 2:42a “En zij waren volhardende in de leer der apostelen…”. Paulus behoort tot de apostelen, en hij leert de mensen veel over de christelijke levenswandel in zijn brieven. Het tweede gedeelte van 1 Kor. 11 gaat over het avondmaal en deze wordt, met diens praktische symbolen van brood en wijn, in de christelijke wereld nog trouw gehouden. Alleen het eerste gedeelte, dat gaat over het hoofdschap en het praktische symbool van het bedekte hoofd van de vrouw, is in onze tijd de deur gewezen.

Alle rede Gods is doorlouterd; Hij is een Schild dengenen, die op Hem betrouwen. Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt. Spreuken 30:5

Echter, willen we dit gebod afdoen, dan moeten we nog veel verder gaan, dan Paulus als apostel af te schrijven. Het concept van hoofdschap bestond namelijk al lang voordat Paulus erover schreef!

In Numeri 5:11-31 wordt gesproken over een vrouw die voor de priester staat, om de “wet der ijveringen” (vs. 29) te ondergaan. Dat is de wet van jaloersheid. Wanneer een man wist of een vermoeden had dat zijn vrouw overspel had gepleegd, maar er waren geen getuigen (vs. 13), dan stuurde hij zijn vrouw naar de priester. Zonder in te gaan op de invulling hiervan kunnen we wel opmerken dat wanneer zo’n vrouw door de priester voor Gods aangezicht werd geplaatst (vs. 18), dan ontblote hij het hoofd van die vrouw (vs. 18). Dit houdt in dat haar hoofdbedekking werd verwijderd. (Een opmerking hierbij is: wanneer het haar van de vrouw haar hoofdbedekking zou zijn geweest, dan zou het haar van de vrouw afgeschoren moeten worden, terwijl de schuld nog niet was bewezen). Het verwijderen van de hoofdbedekking was het teken dat zij de bescherming van haar man op dat moment kwijt was (vs. 19-21,31). Zij zou daarom zelf en alleen de gevolgen moeten dragen van wat er mogelijk zou komen, zo staande voor het aangezicht van God. Op zich is dat niet vreemd, want zoals vers 29 ook zegt was zij onder haar man (volgens de orde van gezag van God), maar zij was daarvan “…afgeweken…”. Weggelopen van onder het gezag van haar man vandaan. De hoofdbedekking van de vrouw is dan ook het teken van de orde van gezag die God heeft ingesteld, welke al vele eeuwen bestond voordat Jezus op aarde rondliep, en voordat Paulus erover schreef in zijn eerste brief aan de Korinthiërs.

Heerlijkheid

Nu de praktische uitvoering van de hoofdbedekking van de vrouw in het OT is bevestigd, kunnen we verder met het onderzoeken van de heerlijkheden van 1 Kor. 11:7 “Want de man moet het hoofd niet dekken, overmits hij het beeld en de heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is de heerlijkheid des mans.”

En om 1 Kor. 11:7 te begrijpen moeten we eerst vers 6 bekijken, want Paulus is duidelijk over het haar van de vrouw. In 1 Kor. 11:6 zegt hij dat het net zo lelijk is voor een vrouw om geen hoofdbedekking te dragen, als wanneer zij een kaal geschoren hoofd zou hebben, of zelfs kort geknipt haar. In 1 Kor. 11:13 zegt Paulus dat het voor een vrouw niet “…betamelijk…” is God te aanbidden zonder hoofdbedekking. Dit woord “…betamelijk…” houdt in dat iets gepast, fatsoenlijk, en eerbaar is. Daarnaast noemt Paulus het lange haar van de vrouw, in 1 Kor. 11:15 , haar een “…eer…”. Daarom staat het vast dat het lange haar van de vrouw haar een “…eer…” is.

Dit woord “…eer…” heeft hetzelfde Griekse grondwoord, ‘dôxa’, als het woord “heerlijkheid” dat twee keer wordt gebruikt in 1 Kor. 11:7 . Het woord “…heerlijkheid…” zegt met betrekking tot de man dat hij de heerlijkheid van God is, en tot de vrouw dat zij de heerlijkheid van de man is. Dit woord ‘doxâ’ betekent dan ook glorie; iets dat opvalt, iets dat waardigheid geeft aan iets of iemand, het is iets waarvoor iemand wordt geprezen. Daarom, net zoals dat de man de aandacht trekt en een beeld uitstraalt dat God prijst, zo geeft de vrouw op haar beurt waardigheid aan de man en hij wordt om haar geprezen. Zo ook trekt het lange haar van de vrouw de aandacht van andere mensen en straalt het een beeld uit van haarzelf, haar vrouwelijke glorie en schoonheid.

Maar net zoals dat een godvrezende man niet wil dat hij alle aandacht krijgt, maar God die zijn Hoofd is, zo wil een godvrezende vrouw ook niet dat zij alle aandacht krijgt, maar het hoofd die over haar is gesteld (de man), en dat de uiteindelijke aandacht gaat naar zijn Hoofd. En aangezien het lange haar van een vrouw de ogen trekt van andere mensen zal zij het haar bedekken, om duidelijk te maken naar de natuurlijke en geestelijke wereld dat zij naar Gods verordening, een hoofd heeft hier op aarde, en de heerlijkheid van God wil laten schijnen. Daarom toont zij haar eigen heerlijkheid niet, maar zorgt ervoor dat Gods heerlijkheid het enige is dat straalt, en dat Hij alleen wordt geprezen.

Gehoorzaamheid aan het hemelse gezag met betrekking tot de hoofdbedekking van de vrouw, (en evenzo het niet-bedekken van het hoofd van de man) is altijd van belang, of iemand nu getrouwd is, of alleenstaand. We tonen dat we kinderen zijn van God, als we Zijn woord boven ons eigen verstand stellen en Hem gehoorzaam zijn in alle dingen.

I Kor. 10:31-33 Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods. Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods. Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn eigen voordeel, maar het voordeel van velen, opdat zij mochten behouden worden.

Engelen

“Want ook is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om den man. Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil.” 1 Korinthe 11:9-10

Paulus benadrukt hiermee Gods orde van gezag, in de schepping ingesteld, die ertoe leidt dat de vrouw een macht op het hoofd dient te hebben, en niet de man.

De engelen zijn er om God te dienen, niet om gediend te worden. Maar één engel wilde wel worden gediend, en de Bijbel zegt over hem: “Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden. Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden.” Jes. 14:12-14

Komt dit niet bekend voor? Genesis 3:4-5 “Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven; Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.”

Het ingaan tegen gezag is aanstekelijk, daarom dat de gevallen engel ook 1/3 van de engelen (sterren) heeft meegenomen in zijn val Openb. 12:3-4,9 . Deze gevallen engel noemen wij Satan, de duivel, en zijn mede engelen noemen wij demonen.

Al met al is ingaan tegen de door God ingestelde orde van gezag een grote zonde. Veel engelen hebben zich verzet tegen Gods gezag Jud. 6 , en God heeft deze rebelse engelen niet gespaard 2 Pet. 2:4 .

De goede engelen in de geestelijke wereld zien daarom dan ook aan de hoofdbedekking van de vrouw dat zij wel haar (dienende) plaats wil innemen in Gods orde van gezag. Die vrouw wil haar plaats naast de man innemen, hem tot hulp te zijn, een medearbeider te zijn in het werk en aanbidding van de Heere. Deze “…macht…” is dan ook een teken van toewijding aan de orde van gezag die God heeft ingesteld in Zijn schepping.

Alleen bij het bidden of profeteren?

Het is hierbij belangrijk om op te merken dat Paulus in zijn eerste Korinthebrief allereerst onderwerpen heeft besproken die gericht waren op de onderlinge relaties tussen gelovigen/mensen, en daarop volgend kwam specifiek de orde van de samenkomst.

Wanneer je bijvoorbeeld kijkt naar de onderwerpen die (voornamelijk) gaan over zaken buiten de samenkomst, dan is er hoofdstuk 5 waarin wordt gewaarschuwd dat je niet met goddelozen behoort om te gaan, of hoofdstuk 6 waarin broeders niet een geschil voor een ongelovige (rechter) moeten uitvechten, of hoofdstuk 7 dat gaat over huwelijksvragen tussen mannen en vrouwen, of hoofdstuk 8 waarin de ene gelovige rekening moet houden met het geweten van een andere gelovige, of hoofdstuk 9 waarin Paulus vertelt over de dienstbaarheid die hij verleent en daarvoor niets terug verwacht, zodat het Evangelie geen geweld aangedaan kan worden, of hoofdstuk 10 waarin (nogmaals) de ene gelovige rekening moet houden met het geweten van een ander, en zelfs hoofdstuk 11:2-16 dat gericht is op de verhouding tussen mannen en vrouwen en het visuele teken daarvan. Er wordt pas vanaf 1 Korinthe 11:17 over de orde van de samenkomst gesproken, om te beginnen met: het houden van het avondmaal. Dit begin wordt gekenmerkt met: “Want eerstelijk, als gij samenkomt in de gemeente…” (1 Kor. 11:18a .

De opzet van de eerste Korinthebrief is belangrijk omdat het doel van Paulus in 1 Korinthe 11:2-16 niet zozeer het bidden en profeteren is. Wanneer dat wel zo zou zijn, dan is het bijvoorbeeld vreemd dat in 1 Korinthe 11:13 alleen het bidden als onbetamelijk wordt benoemd, en niet daarnaast ook het ongedekt profeteren door een vrouw. Echter, het gaat niet over bidden of profeteren in de omringende verzen, maar wel steeds over de gezagsverhouding tussen mannen en vrouwen en het visuele teken daarvan; en die is hetzelfde of ze nu bidden, of profeteren, of andere dingen doen.

Het dragen van een hoofdbedekking is dan ook niet alleen voor binnen een samenkomst, maar voor het dagelijks leven. Vragen die wij ons daarbij ook kunnen stellen zijn:

Wat doen de gemeenten Gods?

Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonte niet, noch de gemeenten Gods. 1 Kor. 11:16

De inzettingen die Paulus leert in 1 Kor. 11 waren:

Deze inzettingen worden gehouden door “…allen die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats…” 1 Kor. 1:2 , en daarom spreekt Paulus ook over “…wij…” en “…de gemeenten Gods…” 1 Kor. 11:16 .

Met Paulus en de gemeenten Gods zeggen wij dan ook: Net zoals dat het lelijk is voor een vrouw om geschoren of geknipt te zijn, zo behoort het niet dat een vrouw zonder hoofdbedekking rond loopt 1 Kor. 11:6 . In Bijbelgetrouwe gemeenten gebeurt dit ook niet, en is dit ook niet een punt van discussie 1 Kor. 11:16 .

Enkele vragen beantwoord

En mijn zuster dan?

Het wordt vaak extra lastig in de omgang met andere vrouwen, die zich als Christin beschrijven, maar niet het hoofd bedekken. Wij hebben een genadige God, die de onwetenden spaart van Zijn Toorn. Wees gerust, jouw buurvrouw, oma of zus zal niet hierom alleen naar het eeuwige vuur worden verdoemd. Maar, de vraag is wel wat de instelling is van dengene die het Woord van God hierover heeft gelezen; zoekt u een weg om toch de eigen wil te doen zegevieren? Of zoekt u nederig de wil van de Heere?

“Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.” Jakobus 4:17

Is het goed genoeg, als ik het hoofd alleen bedek bij het bidden en profeteren?

Om een verandering te maken, is het altijd goed om eerst de bron aan te pakken, voordat je de symptomen gaat bespreken. Dat heeft Paulus ook gedaan, en daarom staat de hoofdbedekking los van enkel bidden en profeteren.

Het punt van Paulus met 1 Korinthe 11 was dat vrouwen de positie van mannen innamen, en (daarbij) ook hun hoofdbedekking hebben afgedaan (als teken dat zij niet meer onderdanig waren aan de man). Daarom heeft Paulus eerst gesproken over het hoofdschap en de hoofdbedekking, en pas later heeft hij zaken zoals bidden en profeteren besproken. Misschien dachten deze vrouwen wel, net als veel mensen in onze tijd, dat omdat in Christus geen onderscheid meer is tussen mannen en vrouwen Gal. 3:28 dat zij ook de positie van de man mochten en konden innemen. Echter, omdat er geen onderscheid tussen mensen wordt gemaakt in de redding van zondaren door het bloed van Jezus Christus, betekent dit niet dat de orde van gezag / het hoofdschap is komen te vervallen. Paulus begint dan ook in 1 Korinthe 11:3 met de basis van dat hoofdschap, dat begint in Christus, en ook eindigt in Christus. De orde van het hoofdschap is in God Zelf niet komen te vervallen, en daarom bestaat het ook nog steeds tussen mannen en vrouwen.

De inzetting van de hoofdbedekking, dat voortkomt uit het hoofdschap, is daarom niet tot een ruimte of activiteit beperkt, maar geldt voor het dagelijks leven. Daarnaast geldt, omdat het hoofdschap een blijvende zaak is, welke niet is opgeheven, zo is ook de inzetting van de hoofdbedekking ook blijvend en is ook deze niet opgeheven. Het kan daarom niet zijn dat, omdat er in de (westerse) wereld een emancipatiegolf is geweest onder de wereldse vrouw, dat daardoor de Bijbelse waarheid ineens een leugen is geworden.

“Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden; (…) Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen.” Romeinen 1:22-25

Is het niet veel te gek, om opeens met een hoofdbedekking over straat te gaan?

Het zou een stuk makkelijker zijn wanneer de hoofdbedekking modieus of populair zou zijn. Maar God is in beide niet te vinden.

Als u bang bent om te worden bespot omwille van de hoofdbedekking, bedenk dat Jezus ook bespot werd, Lukas 22:63 en dat u een waardige reden hebt voor uw Godsdienst; want onze God is voor ons door het stof gegaan, opdat u dichtbij Hem kunt zijn.

Mattheüs 26:39 “… doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.”