Herlevend Anabaptisme in Nederland

"Want de HEERE, de God Israels, zegt, dat Hij het verlaten (de scheiding) haat" Maleachi 2:16

Het huwelijk is permanent

In onze tijd zien wij hoe makkelijk het is om uit een relatie te stappen. Velen van ons kennen mensen, of zijn zelf, die gescheiden zijn. Mensen waarvan één of meerdere relaties zijn beëindigd.

Jezus is echter duidelijk op dit punt in Mattheüs 19:5-6 : “En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn; Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.” De Heere Jezus bevestigt hier de instelling van het huwelijk, welke in Genesis 2:24 al was gegeven.

De apostel Paulus leert dan ook niet anders in Romeinen 7:3 : “Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt.”

Paulus leert duidelijk de huwelijksbelofte: Tot de dood ons scheidt.

Veel (gelovige) mensen menen op basis van één Bijbelvers dat een reden tot scheiding of hertrouwen in specifieke situaties is toegestaan door de God van de Bijbel, echter de Bijbel spreekt zichzelf niet tegen. Gods wil is dan ook overduidelijk, en in Gods woord schrijft Paulus aan de gemeente in Korinthe:

"Een vrouw is door de wet verbonden, zo langen tijd haar man leeft; maar indien haar man ontslapen (gestorven) is, zo is zij vrij, om te trouwen, dien zij wil, alleenlijk in den Heere." 1 Kor. 7:39

Pas na de dood van de wederhelft is een man of vrouw vrij om een nieuwe relatie aan te gaan. Wel onder dien verstande dat het een gelovige is.

Jezus zegt dan ook in Lukas 16:18 : “Een iegelijk, die zijn vrouw verlaat, en een andere trouwt, die doet overspel; en een iegelijk, die de verlatene van den man trouwt, die doet ook overspel.”

Door de Heere Jezus en Paulus wordt het overspel genoemd wanneer iemand een andere man of vrouw neemt, terwijl de eerste man of vrouw nog leeft. Overspel is echter wel een heel serieuze zaak, want in Galaten 5:19-21 staat overspel (als eerste) genoemd als reden waarom een persoon het Koninkrijk Gods niet zal kunnen beërven. Net als van andere zonden zoals moord en boosheid moet men zich ook bekeren van overspel.

Hoe serieus is deze daad van scheiden?

Een man en een vrouw zijn voor hun leven aan elkaar verbonden. Of deze relatie nu is ingezegend of niet, dat maakt niet uit, want de voorwaarden van Gen. 2:24 en Mattheüs 19:5-6 spreken voor zichzelf.

Niemand zegt dat een relatie tussen een man en een vrouw altijd makkelijk zal zijn. Het zijn twee personen, van het andere geslacht, en beiden (hopelijk) op reis naar het eeuwig samen zijn met God.

In het leven kunnen vele situaties voorkomen waardoor iemand in zonde kan vallen. Dat kan de sterkste en wijste mens overkomen, wanneer hij niet goed oplet.

Kijk naar Samson, de sterkste man ooit. Hij ging trouwen met een heidense vrouw, sloeg het advies van ouders in de lucht, ging naar een hoer, en kreeg daarna een andere heidense vrouw (Delíla) lief en ging met haar om. Zij bleef het hem echter moeilijk maken, zodat hij uiteindelijk het geheim van zijn kracht (die God hem had gegeven) aan haar vertelde. Het is door deze vrouw waardoor die sterke man Samson is gevallen.

Kijk naar Salomo, de wijste man ooit. Hij startte met God, en God gaf hem de wijsheid waar hij om vroeg. Ook kreeg hij rijkdom en macht. Maar Salomo trouwde niet met één, maar met vele vrouwen. Veel van zijn vrouwen waren heidense vrouwen, en deze deden hem zondingen en afgoden dienen. Nehemia zegt over Salomo in Nehemia 13:26 : “Heeft niet Salomo, de koning van Israel, daarin gezondigd, hoewel er onder vele heidenen geen koning was, gelijk hij, en hij zijn God lief was, en God hem ten koning over gans Israel gesteld had? Ook hem deden de vreemde vrouwen zondigen.”

Een mens mag nog zo sterk zijn, nog zo wijs, maar wanneer iemand omgaat met mensen die niet vast in het geloof staan, zal het lastig worden om tijdens de bergen en dalen van het leven en binnen een relatie samen staande te blijven. De belofte van trouw tussen een man en een vrouw is waar een huis en een gezin op rust. Wanneer die belofte teniet wordt gedaan, zal er verdriet zijn in het hele huishouden.

Een goede indicatie om te weten dat jouw relatie staande zal blijven, is door de innige omgang met ongelovigen te vermijden, en de vertrouwens vriendschappen alleen binnen de gemeente te hebben.

Dit houdt niet in dat je geen omgang hebt met ongelovigen, want je kan altijd nog vriendelijk en behulpzaam zijn tegenover alle mensen, zonder met hun te socialiseren of met hun te daten.

Maar veel mensen in mijn omgeving zijn al in hun tweede of derde relatie?

Dat kan zeker waar zijn, maar voor God bestaat die relatie niet. Hij ziet enkel de man en vrouw die Hij heeft samengevoegd, en nog levend op aarde zijn, als één vlees.

God noemt in Maleachi 2:16 het scheiden van je wederhelft dan ook “trouwelooslijk handelen”. Er is geen trouw te vinden in die daad, en de geest van zo’n persoon is niet goed voor God.

Wat is het doel van getrouwd blijven ondanks alles?

Het huwelijk geeft de beste aardse weerspiegeling van de relatie die er is tussen Christus en Zijn Gemeente, Zijn Bruid. Geen relatie op aarde is zo intens als het huwelijk.

Wanneer wij kijken naar Éfeze 5:25-28 dan staat daar deze weerspiegeling verwoord: “Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente lief gehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven; opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk. Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw lief heeft, die heeft zichzelven lief.” Dit gedeelte is duidelijk: “…gelijk ook Christus…alzo zijn de mannen schuldig…”.

En voor de vrouwen geldt Éfeze 5:22-24 : “Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de Heere; Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams. Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan hun eigen mannen in alles.”

Dit gedeelte is duidelijk: “…gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan hun eigen mannen in alles.”

In het huwelijk hebben zowel de man als ook de vrouw een plaats en verantwoordelijkheid gekregen. God heeft dit zo verordineerd; laten wij trouw blijven aan God’s Woord, en de pogingen van de wereld afwijzen, die de verschillen tussen man en vrouw wil doen vervagen. Zoals God Zijn schepping heeft gemaakt, zo is het goed.

"Wee dien, die met zijn Formeerder twist, gelijk een potscherf met aarden potscherven! Zal ook het leem tot zijn formeerder zeggen: Wat maakt gij? of zal uw werk zeggen: Hij heeft geen handen?" Isaiah 45:9

Paulus eindigt zijn gedeelte over de positie en verantwoordelijkheid van zowel de man als ook de vrouw in Éfeze 5:33 met een samenvatting: “Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie, dat zij den man vreze.”

Het huwelijk behoort de liefde, die Christus voor Zijn Bruid heeft, te weerspiegelen. Dit betreft de liefde waarover wordt gesproken in 1 Joh. 4:19 : “Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.”

Rom. 5:8 : “Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. "

In het huwelijk dien je de ander, zoals Christus ook naar de wereld kwam “om te dienen”.

"Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen." Mattheüs 20:28

Daarnaast behoort het huwelijk de bewondering en eerbied te weerspiegelen die de Bruid heeft voor Christus. Dit betreft een bewondering en eerbied waarover wordt gesproken in Heb. 12:28 : “Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast houden, door dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid.”